Luca de Meo, de CEO van Renault, sprak op het Italiaanse Viva Festival het publiek toe en stelde er onomwonden dat de overstap naar de elektrische auto er dreigt voor te zorgen dat een nieuwe auto, wanneer die verplicht elektrisch is, “voorbehouden zal zijn voor de rijken.” Een kritische noot die de nodige aandacht verdient.
In zijn toespraak zei de Meo dat de volledige overstap naar elektrische auto’s een “revolutie voor de rijken is”. Hij zei: “We moeten het idee accepteren dat privémobiliteit zoals we die nu kennen niet meer zal bestaan. Vergeet de Europese automarkt van 17 miljoen eenheden per jaar. De rijken zullen elektrische auto’s kopen en alle anderen zullen tweedehandsauto’s houden zolang de politiek dat toestaat.”
Dat is geen rooskleurig beeld. Noch voor de autoconstructeurs, die hun verkochte volumes zullen zien afnemen en al helemaal niet voor de modale autokoper die niet langer over een nieuwe auto zal kunnen beschikken als die verplicht elektrisch wordt.
Terechte vraag, met bedenkingen
Als we de huidige situatie bekijken, met elektrische auto’s die vele duizenden euro’s meer kosten dan hun vergelijkbare tegenpolen met een verbrandingsmotor, heeft de Meo het bij het rechte eind. De vraag blijft wel of dat ook in de toekomst nog zo zal zijn. Meerdere constructeurs werken namelijk aan modellen met een prijskaartje onder de € 30.000 en de prijzenslag die door Tesla werd ontketend zorgt ervoor dat de knuppel in het hoenderhok is gegooid en de prijspositionering van elektrische modellen onder druk staat.
De Meo zei ook nog “Het produceren van een elektrische auto kost meer dan een traditionele auto als het gaat om investeringen, boordtechnologie en onderdelen. Het is, zoals ik altijd heb gezegd, een revolutie voor de rijken”.
Die opmerking komt natuurlijk van de CEO van een autobouwer die zijn economische belangen verdedigt en zijn winstmarges onder druk gezet ziet worden. Het is dan ook niet onlogisch dat hij probeert om tegengas te geven en de overstap af te remmen of uit te stellen.
De Renault-baas pleitte er in het verleden al voor om het Europese verbod op het verkopen van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren uit te stellen van 2035 naar 2040. Ook de invoering van de Euro 7-norm is volgens hem te duur en maalt weinig of geen verschil op ecologisch vlak. Hij is trouwens niet de enige die dat zegt.
Een verhaal van bedrijven en rijken
Tot nog toe zijn het ook vooral de grotere auto’s uit de duurdere segmenten die elektrisch werden en is het aanbod aan compacte EV’s nog beperkt. De kans dat dat zal veranderen, met de aangekondigde komst van meerdere compacte Europese EV’s en de komst van Chinese fabrikanten die in die segmenten met een aanbod uitpakken, is echter groot.
In ieder geval is het zo dat zo goed als alle elektrische auto’s die vandaag in ons land verkocht worden aan zelfstandigen en ondernemingen worden gesleten, die daar vaak omwille van fiscale redenen voor kiezen, meer dan uit overtuiging. Particulieren zijn totaal afwezig op de markt van de elektrische auto en in die zin heeft de Meo zeker een punt als hij zegt dat de huidige evolutie er een voor de rijken (of bedrijven) is.
De uitspraken van de Meo zijn typisch die van een Europese constructeur, omdat die – in tegenstelling tot de Chinese autobouwers – niet klaar zijn of waren voor de elektrische transitie. Chinese constructeurs als BYD zijn ongetwijfeld een andere mening toegedaan. Voor hen vormt de Europese transitie naar elektrisch een echte opportuniteit om voet aan wal te krijgen in Europa.